Buzzwoorden, jargon en afkortingen in je sollicitatie: gebruiken of vermijden?

buzzwoorden jargon afkortingen in sollicitaties

Iedereen die weleens een vacaturetekst heeft gelezen, heeft ze gezien: buzzwoorden. Ze vliegen je om de oren in functieomschrijvingen en eisenlijstjes. “We zoeken een echte teamplayer met een hands-on mentaliteit en een proactieve houding!” Maar ook in menig CV en sollicitatiebrief staat vaak een rijke verzameling buzzwoorden. Hoe nuttig zijn deze veelgebruikte termen, hebben ze nog echte waarde als ze door iedereen gebruikt worden? En moet je ze zelf ook gebruiken in je sollicitatie? We duiken in de wereld van buzzwoorden, jargon en afkortingen en geven we tips over hoe je ze kunt vervangen door sterkere, concretere termen.

Wat zijn buzzwoorden?

Buzzwoorden zijn hippe, vaak vage termen die veel worden gebruikt in vacatureteksten en sollicitaties. Ze klinken indrukwekkend, maar hebben vaak weinig betekenis. Werkgevers gebruiken ze om een bepaald type werknemer aan te trekken, vaak worden competenties omschreven met buzzwoorden. Sollicitanten zetten buzzwoorden vooral in om professioneel en competent over te komen.

Voorbeelden van veelvoorkomende Nederlandse buzzwoorden in vacatures en sollicitaties:

  • Teamplayer (werkt goed samen, maar hoe?)
  • Hands-on mentaliteit (doet gewoon wat nodig is)
  • Agile (werkwijze om op een snelle manier kleine veranderingen door te voeren)
  • Flexibel (geen vastomlijnde taken of werktijden)
  • Creatief (innovatief of gewoon een probleemoplosser?)
  • Empowering (helpt anderen groeien, maar hoe dan?)
  • Ownership nemen (voelt zich verantwoordelijk, maar waaruit blijkt dat?)

Het probleem met deze woorden is dat ze te algemeen zijn. Iedereen kan in een sollicitatiebrief zetten dat hij of zij een ‘echte teamplayer’ is, maar zonder bewijs is het nietszeggend.

Wat te doen met afkortingen?

Afkortingen kunnen handig zijn, maar ook voor verwarring zorgen. Recruiters en HR-medewerkers begrijpen sommige afkortingen misschien niet, zeker als ze uit een andere sector komen.

Veelvoorkomende werkgerelateerde afkortingen:

  • CRM – Customer Relationship Management (hoe een bedrijf omgaat met relaties)
  • SBU – Strategic Business Unit (afdeling of divisie binnen een bedrijf)
  • ROI – Return on Investment (hoeveel opbrengst er uit een investering komt, of wordt verwacht)
  • B2C / B2B – Business to Consumer / Business to Business (levert het bedrijf aan consumenten of aan andere bedrijven)
  • FTE – Fulltime-equivalent (1 FTE is 1 fulltimer werknemer)
  • KPI – Key Performance Indicator (prestatiemaatstaf)
  • SEO – Search Engine Optimization (zoekmachineoptimalisatie)

Let bij het gebruik van afkortingen ook op of de afkortingen algemeen bekend zijn. Veel bedrijven gebruiken eigen afkortingen voor processen of systemen. Het is goed om jezelf af te vragen of de betreffende afkorting wel bekend is bij andere bedrijven. Als je een afkorting gebruikt die niet algemeen bekend is, schrijf hem dan bij de eerste vermelding voluit en zet de afkorting tussen haakjes. Voorbeeld: “In mijn vorige functie was ik verantwoordelijk voor de Search Engine Optimization (SEO) van de website.”

Wat te doen met jargon?

Jargon zijn vaktermen die in een specifieke sector worden gebruikt. In sommige gevallen is het goed om ze te gebruiken, vooral als je solliciteert binnen je eigen vakgebied. Maar als je een sectoroverstap maakt of solliciteert bij een bedrijf waar HR de eerste selectie doet, is het slimmer om vakjargon te vermijden of uit te leggen.

Voorbeeld: In plaats van: “Ik heb veel ervaring met Agile en Scrum-methodieken.” Schrijf: “Ik heb veel ervaring met Agile en Scrum-methodieken, waarbij teams in korte sprints werken om projecten sneller en flexibeler op te leveren.”

Hierdoor laat je zien dat je weet waar je het over hebt, maar maak je het ook begrijpelijk voor iemand die minder bekend is met deze termen.

Is het verstandig om zelf buzzwoorden te gebruiken in je sollicitatie?

Kort gezegd: liever niet, tenzij je ze goed onderbouwt. Recruiters lezen dagelijks honderden sollicitaties en zien deze termen zo vaak voorbijkomen dat ze hun kracht hebben verloren. Als je toch een buzzwoord gebruikt, zorg er dan voor dat je het koppelt aan een concreet voorbeeld.

Voorbeeld: In plaats van “Ik ben een echte teamplayer,” schrijf je: “In mijn vorige functie werkte ik in een team van vijf mensen aan een groot marketingproject. Door duidelijke communicatie en het verdelen van taken hebben we samen een succesvolle campagne neergezet die 20% meer klanten opleverde.”

Hiermee laat je zien dat je goed samenwerkt én wat het resultaat was. Dat is veel overtuigender dan alleen een buzzwoord droppen.

Hoe kun je buzzwoorden vervangen?

Wil je vermijden dat je sollicitatiebrief een verzameling lege kreten wordt? Vervang buzzwoorden dan door specifieke, concrete voorbeelden. Hier zijn een paar suggesties:

BuzzwoordBetere vervanging
Teamplayer“Ik heb in een team gewerkt aan [voorbeeld] en daardoor [resultaat] behaald.”
Hands-on mentaliteit“Ik pakte zelf het initiatief om [probleem] op te lossen door [actie].”
Proactief“Ik zag een kans om [kans] en ben zelf begonnen met [actie].”
Flexibel“Ik werk zowel zelfstandig als in teamverband en pas me makkelijk aan wisselende prioriteiten aan.”
Creatief“Ik bedacht een nieuwe manier om [probleem] aan te pakken, wat leidde tot [resultaat].”

Door specifieke situaties en resultaten te benoemen, laat je veel beter zien wat je in huis hebt dan met alleen een modewoord.

Conclusie

Buzzwoorden, jargon of afkortingen zijn niet per se fout, maar zonder context voegen ze weinig toe aan je sollicitatie. Werkgevers willen niet alleen weten dát je een teamplayer of creatief bent, maar vooral hoe dat tot uiting komt in jouw werk. Vervang vage termen door concrete voorbeelden en resultaten, en zorg ervoor dat je sollicitatie opvalt tussen alle andere kandidaten die zichzelf ook een ‘proactieve professional met een hands-on mentaliteit’ noemen.

Door bewust om te gaan met buzzwoorden, afkortingen en jargon, vergroot je je kans om een uitnodiging voor een gesprek te krijgen.